Korte overwegingen bij de zondagslezingen.
Lees eerst zelf de aangegeven tekst van de zondagslezingen.
Kijk daarna naar de beknopte handleiding van een ervaren gids.
Wellicht opent dat nieuw verstaan of een boeiend vergezicht.
27e zondag door het jaar 2 oktober 2022
Hab. 1,2-3; 2,2-4; Luc 17,5-10
Er komt geen einde aan de klacht van de profeet. Hoe lang nog, hoe lang nog, waarom, waarom? Schrijf de tekst op, zegt God hem. Je woorden hunkeren naar vervulling. Geef het wachten niet op. Blijf trouw. Alsof de woorden eenmaal opgeschreven, permanent heden blijven, tijd en klacht die eeuwig op vervulling wacht. Geef het wachten niet op. Het komt beslist en het komt niet te laat. Alsof wat opgeschreven is de tijd verstaat.
Na de regel over je broeder vergeven wanneer hij zeven maal tegen je zondigt en zeven maal om vergeving komt vragen de apostelen met een, gegeven het voorafgaande, wonderlijke vraag. Al te letterlijk vertaald vragen ze: zet ons vertrouwen voor. Vertrouwen als voorzetsel, als prothese. Bestaat zo·n instrument?
28e zondag door het jaar 9 oktober 2022
2 Kon. 5,14-14-27; Luc. 17,11-19
Het zijn de dagen van de profeet Elisa. Tot in Syrië is zijn faam doorgedrongen. Dank zij een gevangen genomen meisje, nu in dienst van de vrouw van Naäman, hebben verhalen over Elisa de melaatse legeraanvoerder bereikt. Hij gaat met een vracht geschenken naar Elisa. Elisa zegt hem zich te baden in de Jordaan. Dat heeft nog wat voeten in aarde maar hij doet het toch. Die doortocht heeft hem genezen. Naäman wil daar iets tegenover stellen en komt met geschenken. Maar Elisa dient de Heer. Een andere beloning wil hij niet. Daarop komt Naäman met een alternatief, een opmerkelijk geschenk: laat mij een vracht grond meenemen. Dan heb ik tenminste grond onder mijn voeten om jouw God te eren. Voor mij is er geen ander meer.
Tien mannen zijn in de joodse wereld nodig om de gemeenschap te kunnen vertegenwoordigen. Zij vragen van verre om ontferming. Met hetzelfde werkwoord waarmee hij optrekt naar Jerusalem moeten zij optrekken en zich aan de priesters laten zien. Dit overeenkomstig de Tora. De priesters die als taak hebben in dienst van de gemeenschap te staan kunnen inzake hun genezing een bindende uitspraak doen. Als zij zich daarheen op weg begeven worden zij genezen. Alleen de Samaritaan komt terug om te danken. Waar zijn die anderen? Moeten zij niet ·eer geven aan God·? De vraag direct volgend op de pericoop, gaat daarop in. Alsof met God eer geven het koninkrijk Gods komt.
29e zondag door het jaar 16 oktober 2022
Ex. 17,8-13; Luc 18.1-8
Amalek! De slaven die uit Egypte getrokken zijn en door de zee gegaan, · je verleden neem je mee · zijn nog niet in de woestijn of daar komt Amalek, zeker van de overwinning op zwakke en weerloze mensen. Maar dan hebben ze buiten de waard gerekend. Een dubbele waard zelfs. Want Mozes zet zich in en God laat zich niet onbetuigd.
We zien een steen. Daarop zit Mozes. Naast hem twee mannen. Elk houdt een arm van Mozes vast. Hij kan niet meer, maar zolang hij zijn arm omhoog houdt is de overwinning zichtbaar voor de pas vrij gemaakte mensen. Daarbij gaat het dan ook niet over wat Mozes kan. Dat komt door de hulp die hem geboden wordt.
Je moet blijven bidden en dat niet opgeven. Dan komt Jezus met die vreemde vergelijking alsof God vergeleken kan worden met de gewone rechter die God niet vreest en geen mens respecteert. Het kan helpen om je oren niet te geloven. Des te beter hoor je hoe de weduwe die het verbond enkel uit herinnering kent, het aanpakt. Om van het gezeur af te zijn kiest de onrechtvaardige rechter eieren voor zijn geld. Hoeveel te meer. Dat is de motor van de gelijkenis. God zal de mens tot zijn recht laten komen. Maar op weg naar Jerusalem: zal de mensenzoon vertrouwen vinden op aarde?
30e zondag door het jaar 23 oktober 2022
Sir. 35,12-14.16-18; Luc 18,9-14
God is mijn rechter. De betekenis die dit gegeven heeft hangt af van hoe je in het leven staat. Waar zijn rechter zijn voor staat is voor de tekst geen geheim. De verdrukte, de weduwe en de wees komen bij hem tot hun recht. Het gebed van de arme rust niet tot het zijn doel bereikt.
Jezus is in het verhaal van Lucas zeer doelgericht. Hij spreekt welomschreven tot de mensen die er op vertrouwen dat zij rechtvaardigen zijn en die de anderen verachten. Het gaat dus niet over mensen met een gezond zelfvertrouwen. Het gevoel van de hier beoogden kiest een zienswijze die twee kanten uitkijkt, namelijk naar zichzelf en naar de anderen. Het is een bekende zinswending: ·Als iedereen nu eens gewoon deed zoals ik.· Voor deze is het verhaal opgetekend.
Deze selfmade rechtvaardige weet hoe je naar andere mensen moet kijken. Het zijn rovers, onrechtvaardigen en mensen die zichzelf steeds overspelen. Dat mensen geschapen zijn naar Gods beeld op hem gelijkend komt bij deze figuur niet op. Hij mist de kern van zijn eigen zaak en beschrijft hij zichzelf als rover, als onrechtvaardige en als afgodendienaar. Een slecht advocaat voor eigen zaak.
De tollenaar blijft van verre staan. Zijn tekst is bekend. Het is de meest simpele bede om ontferming, om een uitgestoken hand, om mee te magen doen. Als je zo je plaats inneemt in de tempel, dan kom je anders terug bij jezelf (je, namelijk zijn eigen huis). Volgende week komt dat huis terug.
31e zondag door het jaar 30 oktober 2022
Wijsh. 11,23-12,2; Luc. 19.1-10
Kent ontroering of toewijding een grens? Waarschijnlijk niet. In de ontroering neemt iets of iemand anders het roer over en word je meegenomen. Wellicht spreekt de bijbelse traditie daarom steeds over Mozes en Aäron. Eerst de leraar, dan de priester. Toewijding moet weten waaraan zij zich toewijdt, anders gebeuren er nare dingen. Denk aan 1933.
De wijsheid is de kern van het onderricht, van de Tora. De eerste lezing laat zien dat haar centrum het grenzeloos vertrouwen is op degene die de tekst aanspreekt. Jij ontfermt je over allen, Jij houdt van alles wat bestaat. Alsof Zijn genegenheid ook gebaseerd is op vertrouwen.
Met grote stappen is de liturgie door Lucas heengestapt om uit te komen in Jericho · daar wat het land, gelijk bekend, niet open mag gaan, waar klein gemaakte mensen uit de woestijn volstrekt niet welkom zijn.
Dat Jericho wordt nu decor voor het verhaal over Zacheüs de oppertollenaar. Het goud moge dan blinken in zijn huis, maar niemand ziet hem staan en hij zal Jezus ook zeker niet voorbij zien komen als deze door Jericho heen gaat op weg naar Jerusalem. Hij is een rijk man: hij zoekt Jezus te zien. In de breedte overstekend is daar geen mogelijkheid toe. In de hoogte? Daar kan een vijgenboom goed voor zijn.
Als Jezus Jericho op weg naar Jerusalem doortrekt kijkt hij uiteraard omhoog. Daarmee komt als vanzelf Zacheüs in beeld. Jezus plukt hem als aan vrucht uit de vijgenboom. Is er een relatie tussen het morren van de menigte en het woord dat Zacheüs die gastheer mag zijn spreekt. Het gemompel van de menigte dwingt Hem tot de woorden die er voor Hem blijkbaar toe doen: Er is redding voor dit huis. Ook deze is een zoon van Abraham.
32e zondag door het jaar 6 november 2022
2 Makk.7,1-2.9-14; Luc. 20.27-38
De tijd van de Makkabeeën. De machthebbers willen dat heel de wereld beschaafd zal zijn, let wel: op dezelfde wijze beschaafd. Het eten van varkensvlees hoort daarbij. Zeven broeders weigeren dat, de een na de ander. Zij zijn er van overtuigd dat het heden niet verdrinkt in het nu. Voor God gaat een mens niet verloren.
De Farizeeën vormen een bekende groep. Onbegrepen wekt hun naam ten onrechte enkel negatieve gevoelens op in binnen het christendom gegroeide talen. (Zie de uitleg van dit woord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt in de woordenboeken.) De Sadduceeën hebben het zover niet geschopt. Zij zijn een groep zonderlingen die er blijkbaar niet aan willen dat er zoiets als de opstanding uit de doden bestaat. Dood is dood, weg, uit, af, klaar. Dat de dood het laatste woord niet heeft kan er bij hun niet in. In feite waren de Sadduceeën degene die de status quo verdedigden. Zij waren actief in de tempel, maakten daar de dienst uit, en wilden van profeten en hun visionair spreken, hun alternatief niet weten.
Nu komen ze met een prachtverhaal. Dat ze daarmee het verdriet en de pijn rond het sterven van mensen uitbuiten doet er ·even niet· toe. Hoe zal het zijn wanneer het sterven voorbij is? Kun je nog spreken over de wereld wanneer de wereld geen rol meer speelt? Jezus wijst hen op de vaderen vanouds. Abraham is niet dood. Izaak is een overlevende en Jacob/Israël is enkel leven. Voor God sterft de mens niet bij zijn dood. Hij is een God van levenden. Voor wat begonnen is, is bij Hem alle plaats.
De geleerde schrijvers voelen de boeken en hun hart open gaan: ·Je hebt goed gesproken·.
33e zondag door het jaar 13 november 2022
Mal. 3,19-20a; Luc. 21,5-19
In onze bijbels is Maleachi de laatste profeet. Na de regels die vandaag gelezen worden volgen er nog drie. De dag van de Heer gaat komen. Twee zaken zijn daarvan het gevolg. Voor de afbrekers zal er het grote vuur zijn. Geen wortel, geen halmpje blijft daarvan over. Maar voor hen die opzien naar God, die zijn Naam vrezen wordt het een volstrekt ander verhaal. (Voor God vrezen, zie ook Genesis 20,11; Exodus 1,17: (de kinderen) leven laten. Die kinderen komen dadelijk terug.)
De laatste regels ons vermanen, de Tora van Mozes te gedenken. Hij waarschuwt ons voor de geduchte dag van de Heer die komt. Wat moeten we dan doen? De ouders moeten zich omkeren naar de kinderen en de kinderen naar hun ouders. Het heeft dus te maken met zich oriënteren op de toekomt die blijkbaar toch bestaat. Alleen in de dagen van de slavernij zou elke dag hetzelfde zijn, zou nooit iets gebeuren. Vrijheid, dat alles anders kan, slechter maar ook beter, wellicht, zou niet bestaan. De Tora van de Heer gaat over vrijheid en bevrijding die wel bestaan. Als de vaderen omkeren naar de zonen.
Terwijl we uit het verhaal van de weduwe met haar twee penninkjes stappen · waar zij heel haar leven gegeven heeft · (het aan de lezing voorafgaande verhaal) blijven sommigen staan bij waar zij zijn: die prachtige stenen, die indrukwekkende versieringen! Zij zijn onverschillig voor het gebaar van de weduwe en laten zich verleiden door wat zich als ·het einde· aanbiedt. Het zal een einde zijn. Geen steen zal op de andere blijven. God zal zelfs niet bij machte zijn uit de stenen van deze stad voor Abraham kinderen te verwekken want, zij, die stenen, zijn er niet meer. Bar en boos zal het zijn. Lukas woorden wijzen er op dat je je niet veel illusies moet maken. En het zal er op uitlopen dat je moet getuigen. Zoals in het exodus verhaal de priester Aaron voor Mozes mond zal zijn en Mozes voor hem (als) God, zo zal hij (Jezus) zijn woorden in je mond leggen. (Als je bidt, zegt dan: ·Onze Vader ··)
Het gaat er om, vol te houden.
Christus Koning 20 november 2022
2Sam, 5,1-3; Luc. 23,35-43
Gezeten op de wolken, iemand die lijkt op een mens. We hebben het niet gelezen maar in de tekst die voorafgaat aan de tekst uit Daniël komen vier grote dieren uit de grote zee. Dan wordt Iemand die op een mens lijk bekleed met heerschappij, luister en koningschap. Alle volken en stammen en talen komen. En we mogen weten waarom ze komen. Aan het einde gekomen blijft er nog een zaak: hem eren.
De evangelielezing brengt de kerk van vandaag in het paleis van Pilatus. Ben jij de koning van de Joden? (Johannes 18,34) Hij zal daar, na een korte ·dialoog·, ook op terug komen, ook al weet hij niet meer hoe hij het heeft: Jij bent dus toch koning! (37). In die ·dialoog· wordt duidelijk dat Pilatus zich niet beroept op een idee van hemzelf. Het is een Joods idee. Gezalfde (= koning) zijn op de bijbelse wijze. Het gaat over zaken die zijn eigen volk en hogepriesters hebben aangedragen. Pilatus vraagt daarop, wat hij gedaan heeft. Jezus antwoord dat zijn koningschap niet gaat over de verleden tijd. Zij dateert ook niet in het heden met zijn geweld. Zij dateert uit wat geschieden zal. Zijn koningschap gaat over het getuigenis dat de waarheid is, waarin de mens zo heilig is dat God hem/Hem bewaart. En al wie in waarheid bewaard wordt hoort dat we maar één ding te doen hebben. Luister naar mijn stem. Zoals de schapen die hun echte herder herkennen aan zijn stem · niet aan wat hij gezegd heeft, maar aan wat hij nu zegt, zijn spreken nu · eeuwigdurend heden.
2022-2023. Een A-jaar
1e zondag van de Advent 27 november 2022
Jes, 2,1-5; Mt 24,37-44
Bij het einde van de dagen, als de dagen ophouden. Jesaja ziet Judea, Jeruzalem. Hij ziet een berg met het huis van de Heer oprijzen en de hoogste berg worden. Want alle volkeren zullen daarheen stromen – zo je wilt – omhoog stromen, opstromen. Want uit Sion komt de Tora, het onderricht, verhalen voor onderweg, een hart onder de riem zodat je van richting weet of kunt vermoeden.. Na alle dagen: overal wordt vrede verwacht, geleerd, gedaan, voorbereid. Visioen van Jesaja.
De mensenzoon onder het teken van Noach. De naam die troost spelt. Troosten, niet alleen laten. Wij, ons leven in al zijn kwetsbaarheid: niet alleen!
Matteüs vertelt over Jezus die er blijkbaar over treurt dat de mensen doen alsof er eigenlijk niets gebeurt, alsof ‘het niets uitmaakt en in feite alles onverschillig is’, alsof je niet van een verhaal kunt leren. Geeft dat voldoende stilte om in te keren tot het geheim van Matteüs, het spreken van Jezus?
Jan Engelen